Bestralen, ja of nee? (artikel)

Printen

Nadat door middel van een operatie een hypofysetumor, of een deel daarvan, is verwijderd, volgt vaak de vraag: wel bestralen of niet bestralen? Niet alleen voor patiënten is dit een lastige vraag, ook voor artsen is het lastig in te schatten wat het beste is. Een korte toelichting.

Verschillende soorten tumoren

Verschillende hypofysetumoren worden verschillend behandeld. Over het algemeen worden met name niet-hormoonproducerende tumoren en de hormoon producerende tumoren die tot acromegalie en Cushing leiden weggehaald door middel van een operatie. Daarna kan eventueel nog bestraling volgen om de kans op een eventuele resttumor te verkleinen.

Onder andere het soort tumor is van belang bij de overweging tot wel of niet bestralen. De kans op terugkeer van de tumor hangt namelijk tot op zekere hoogte af van het soort tumor. Met name bij niet-hormoonproducerende tumoren is een redelijke kans op terugkeer van een resttumor. Ook is van belang op welke plaats de tumor precies zit en hoe groot hij is. De plek en grootte hebben namelijk invloed op de kans van slagen van operatie en op de kans van slagen van bestraling, zij bepalen dus mede wat de beste behandeling is. Wat ook mee speelt in de beslissing om wel of niet te gaan bestralen is de patiënt op zich.

Zo kan bijvoorbeeld iemands conditie aanleiding zijn of juist wel of niet te bestralen. Ook leeftijd kan eventueel meegewogen worden.

Onderzoek naar de effecten van bestralen na een operatie

De laatste jaren zijn er verschillende onderzoeken gedaan om een algemeen antwoord te vinden op de vraag of het verstandiger is om te bestralen na een operatie of niet. Tot eenduidige antwoorden hebben deze onderzoeken echter niet geleid. Daarom is er onder artsen nog altijd discussie over wat nu het beste is. Aan de ene kant lijkt het voordeel van bestralen na de operatie te zijn dat de kans op het terugkeren van de tumor verkleind wordt. Aan de andere kant kan men er ook voor kiezen om pas te bestralen, nadat bij controle is gebleken dat de tumor teruggroeit. Dit is namelijk niet altijd het geval. Mocht de tumor nooit teruggroeien, dan blijven eventuele bijwerkingen van bestralen de patiënt bespaard.

Het kan dus zijn dat de ene arts kiest voor preventief bestralen en dus de kleinste kans op terugkeer van een tumor, terwijl een andere arts u aanraadt om regelmatig op controle te komen en pas in te grijpen als er daadwerkelijk een tumor teruggroeit. Voor beide opties valt wat te zeggen en wetenschappelijk onderzoek heeft nog geen doorslaggevend bewijs geleverd voor een van de twee opties.

Er is dus geen algemeen geldend antwoord te geven op de vraag of het het beste is om wel of juist niet te bestralen na operatie aan een hypofysetumor. Zoals hierboven is uitgelegd, spelen niet alleen het soort tumor en persoonlijke omstandigheden een rol, maar ook de mening van de arts en het ziekenhuis.

U kunt uw arts vragen wat de redenen zijn om wel of geen bestraling voor te schrijven. Mocht u zelf nog twijfelen, dan kan het helpen om ook eens de visie van een andere arts of ziekenhuis te raadplegen.

 

Bronnen:

Berg, Fons van den en Sattler, Margriet, 16-05-2009, ‘Workshop chirurgie en radiotherapie bij de behandeling van hypofysetumoren’, Symposium Nederlandse Hypofysestichting.
Dekkers, O.M. (et al.) (2008) ‘Niet-functionerende macroadenomen van de hypofyse: diagnostiek, behandeling en de follow-up’, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 152: 792-796.


© Nederlandse Hypofyse Stichting - Alle rechten voorbehouden

ANBI Keurmerk