Prolactinoom: Dopamine-agonisten zijn veilig (artikel)

Printen

Uit: Hyponieuws 4 – 2013

Bromocriptine en cabergoline zijn dopamine-agonisten. Veel hypofysepatiënten worden hiermee behandeld. In 2007 werd bekend dat deze medicijnen bij hoge doseringen invloed kunnen hebben op de hartklep. Veel patiënten schrokken hiervan. Maar recente studies geven aan dat deze medicatie niet gevaarlijk is voor hypofysepatiënten, ook niet bij langdurig gebruik.

Parkinson

Toen in het nieuws kwam dat dopamine-agonisten wellicht een gevaar konden vormen voor het hart, werd het bericht direct genuanceerd. De waarschuwing gold vooral voor patiënten die het middel gebruiken voor de ziekte van Parkinson. Deze patiënten slikken een dagelijkse dosis die soms wel 10 keer hoger is dan wat hypofysepatiënten  gebruiken.  Bovendien  bestaat  de  patiëntengroep hoofdzakelijk uit oudere mannen. Patiënten waarbij een prolactinoom wordt ontdekt zijn voor de helft tot drie-kwart vrouwen tussen de 40 en 50 jaar. Je kunt je voorstellen dat de groep Parkinsonpatiënten gevoeliger is voor hartproblemen dan de prolactinoompatiënten.

Hypofyse patiënten hoeven zich geen zorgen te maken.

Intussen zijn er 18 klinische studies gepubliceerd over het verband tussen gebruik van dopmaning-agonisten voor een prolactinoom en mogelijke hartklepproblemen. Endocrinoloog dr. Marleen Kars (MUMC Maastricht) vertelde in haar lezing  tijdens het neuro-endocrinologisch symposium 2013: ‘Het blijkt dat hypofysepatiënten zonder gevaar dopamine-agonisten kunnen blijven gebruiken.’

Nieuwe richtlijnen op komst

Momenteel wordt standaard een echografie van het hart gemaakt voordat de behandeling met dopamine-agonisten gestart wordt, en na drie tot vijf jaar nog eens, wanneer langdurige behandeling nodig is. Dr. Kars geeft hierbij aan dat de kans dat er werkelijk iets aan de hand zou zijn heel erg klein is.’ In de toekomst zullen er waarschijnlijk richtlijnen komen waarin het echografie advies niet meer is opgenomen.’

Samengevat

  • Dopamine-agonisten zijn nog steeds de eerste keus in de behandeling voor prolactinoom.
  •  Dopamine-agonisten in doseringen voor behandeling van het prolactinoom is nog steeds veilig, ook bij langdurig gebruik.
  • Een arts moet altijd kiezen voor de laagste dosering waarbij het prolactine gehalte normaal blijft.

Studie naar het stoppen of afbouwen van dopamine-agonisten

Kan een patiënt in bepaalde omstandigheden stoppen of afbouwen met dopamine-agonisten? Dit is ook voor artsen lang onduidelijk geweest. Dr. Kars vertelde over een aantal studies naar dit onderwerp.

‘Er is een studie gedaan waarbij het gebruik van de dopamine-agonist werd gestaakt 12 maanden nadat aan de onderstaande criteria was voldaan.

  • Het prolactinegehalte in het bloed moet normaal zijn.
  • Het adenoom moet gedurende de behandeling met medicatie meer dan 50% geslonken zijn.
  • De afstand van het adenoom tot de gezichtszenuw moet groter zijn dan 5 mm.
  • De tumor mag niet tegen de rest van de hypofyse aandrukken.

Om door te mogen gaan met het onderzoek mocht er tijdens het afbouwen naar 0,5 mg dopamine-agonist per week geen stijging van het prolactinegehalte zijn. In de praktijk bleek dat door deze voorwaarden al bijna de helft van de patiënten afvielen.’

Resultaat

Dr. Kars: ‘Van de kleine restgroep bleef na een behandeling van tussen de 24-75 maanden met dopamine-agonisten bij zo’n 64-76% van de deelnemers het prolactinegehalte normaal. Bij mensen met een macroprolactinoom werd het minste succes geboekt. Mensen met een micro- prolactinoom scoorden iets beter, mensen met een hoog prolactinegehalte waarbij geen prolactinoom zichtbaar is op de MRI, scoorden nog beter.

Uit de studies kwam naar voren dat de kans op een normaal prolactinegehalte na het stoppen met medicatie het grootst is na gebruik van een dopamine-agonist gedurende minimaal twee jaar, en als er een duidelijke afname is van het adenoom. Echter, uit een grote studie waarbij de resultaten uit al die studies zijn verwerkt, blijkt dat maar bij 21% van de mensen na staken van de dopamine-agonisten het prolactinegehalte normaal blijft. In de meeste gevallen is langdurige behandeling met medicatie noodzakelijk.’

Samengevat

  • Het antwoord op de vraag of je als prolactinoompatiënt ooit kunt stoppen met je medicatie is: ja, soms, maar slechts 21% van alle mensen met een prolactinoom kan werkelijk stoppen en houdt een normaal prolactinegehalte.
  • In de meeste gevallen is langdurige behandeling met medicatie noodzakelijk. Het is immers altijd mogelijk dat na het staken van de medicatie de tumor weer terugkeert.
  • De Nederlandse Vereniging voor Endocrinologen zal binnenkort een genuanceerde  richtlijn naar buiten brengen over de beste manier van behandelen met dopamine-agonisten.

© Nederlandse Hypofyse Stichting - Alle rechten voorbehouden

ANBI Keurmerk