Mijn relatie zat door mijn hypofyseaandoening in een enorme dip (artikel)

Printen

Annelies is diabetes insipidus patiënt, 26 jaar en gebruikt 3 keer per daag een pufje minlijn. Ze was nog in de bloei van haar leven toen zij op 21-jarige leeftijd ziek werd, een hypofyseziekte. Een ziekte die haar bijna haar relatie gekost heeft, maar ook de ziekte waar ze sterker van is geworden en die haar heeft gemaakt tot wie ze nu is. Een jonge vrouw die weet wat ze wil en een kei van een relatie heeft.

 

Jong

‘Toen ik een relatie kreeg was ik 20 jaar. Ik had veel lol in mijn leven, veel vrienden en vriendinnen en natuurlijk elk weekend stappen en alles wat daarbij hoort. Dus ook een vriendje. Eerst weet je niet zeker wat dat gaat worden en of je eigenlijk wel bij elkaar past. Helemaal in ons geval: wij hebben een lastige start gehad, want mijn ex-vriendje wilde me niet loslaten. Maar na een tijdje waren we erg gelukkig en voelde het echt als ware liefde. Dat is ook gebleken. We zijn nog steeds bij elkaar, 6 jaar alweer. Maar in die 6 jaar is ons leven en onze relatie niet op rolletjes verlopen.

Ziek zijn

Wij waren anderhalf jaar bij elkaar en toen sloeg het noodlot toe, want zo voelde het toentertijd. Ik werd ziek. Niet zomaar ziek, nee, van de 1 op de andere dag ineens heel erg ziek. Niemand wist wat ik mankeerde. Uiteindelijk werd de diagnose gesteld: een hypofyseziekte. Jemig, wat houdt dat in? Wat brengt de toekomst? Ik ben zo jong! Een hele onzekere tijd… Een tijd waarin ik mij niet vriendin, partner, zus, dochter of werknemer voelde, maar voornamelijk patiënt. Onze relatie heeft een hele poos in het teken gestaan van mij en mijn onbekende ziekte. Zieke mensen kunnen heel egoïstisch zijn, heb ik wel eens gehoord…

Dat heeft een enorme druk op onze relatie gelegd. Ik was heel erg bezig met mezelf, mijn identiteit, wie ben ik. Ik had het gevoel dat ik een ander persoon was geworden en kon mijn nieuwe ‘ik’ maar moeilijk accepteren. Ik zonderde mezelf steeds meer af, sloot mezelf steeds meer af van alles en iedereen. Niemand kon het goed doen, ook al deden ze zo hun best. Logisch, ik kende mijzelf niet eens meer. Mijn vriend en ik hebben daardoor een hele zware tijd gehad. Wij konden er niet over praten. Ik wilde en kon mezelf niet accepteren. Ik stopte alles weg, alle klachten, alle negatieve gevoelens die ik had. Mijn leven moest normaal zijn. Ik wilde niks te maken hebben met die stomme ziekte, gewoon uitgaan plezier hebben, leuke dingen doen. Maar doordat ik het daar zo druk mee had, vergat ik m’n vriend, familie en vrienden. Dit is voor hen een hele moeilijke tijd geweest.

Ik ben altijd een vrolijk mens geweest, overal voor in en stond voor iedereen klaar. Toen ik ziek werd, kon ik het niet meer bolwerken. Maar ik wilde het zo graag, dus ik ging gewoon door, maar dan op halve kracht. Dat had natuurlijk geen zin. Voor mijzelf was het allemaal heel moeilijk en ik kon het niet begrijpen, laat staan accepteren. Maar voor mijn vriend en familie en vrienden was dat natuurlijk ook zo, maar ik ontnam hen elke mogelijkheid om het te begrijpen. Ik wilde er met niemand over praten.

Druppel

Maar toen kwam de bekende druppel die de emmer deed overlopen. Wat het precies was, ik weet het niet meer. Mijn relatie zat in een enorme dip, zozeer dat ik zelfs twijfelde of we niet beter uit elkaar konden gaan. Gelukkig kwam ik er op tijd achter dat het probleem niet bij mijn vriend lag, of in de relatie, maar bij mijzelf. Op dat moment heb ik al mijn moed verzameld, en heb hulp gezocht. Ik wilde praten over die stomme ziekte en wat het met mij deed, mijn klachten en de last ik die ik daarvan had. Dat is een hele goede stap geweest.

Acceptatie

Na lang praten met mijn therapeut en daarna ook met mijn vriend heb ik mijn ziekte voor een groot deel kunnen accepteren en nu probeer ik het beste ervan te maken. Ik kan en durf erover te praten. Ik durf toe te geven dat ik niet meer alles kan, dat ik snel moe ben, eigenlijk dat ik een heel ander mens ben geworden. Mijn vriend gaat nu gewoon weg wanneer hij daar zin in heeft en ik blijf gewoon thuis als ik de energie er niet voor heb. We kunnen praten over mijn sterke wisselingen van emoties. Ik doe nu de dingen die ik echt graag wil en leuk vind en niet de dingen die ik mezelf opleg, omdat ik denk dat het van mij verwacht wordt. Bijzonder vind ik het, dat al die lieve mensen om me heen mij kunnen accepteren zoals ik nu ben, ondanks dat ze me ook anders gekend hebben. Zij accepteren mij misschien wel beter dan dat ik mezelf kan accepteren. Dat vind ik iets heel speciaals en het geeft mij een goed gevoel.

Ik leef

Kortom, ik leef, dat heb ik zeker 3 jaar niet kunnen zeggen. In die 3 jaar ben ik veel vrienden kwijt geraakt, mensen die geen rekening konden of wilden houden met mij en mijn ziekte. Of mensen die wel zagen dat het niet goed met mij ging, maar daar geen vat op kregen, doordat ik er niet over wilde praten en net deed alsof het er niet was. Maar ik heb ook veel lieve vrienden die wel naast me zijn blijven staan, ook al konden ze mij vaak niet begrijpen en moeten ze zich vaak niet gehoord hebben gevoeld. Want ook zij hebben verdriet gehad, evenals mijn vriend. Maar ik kon daar geen aandacht aan schenken, dat deed veel te veel pijn. Nu dat ik erover durf te praten en mezelf open stel en weer geniet, sta ik ook open voor mijn lieve vrienden en mijn vriend, voor hun problemen en verdriet. Mijn leven kan nu ook in het teken staan van andere mensen en vooral in het teken van mijn lieve vriend en onze relatie.

Gelukkig heeft mijn vriend mij altijd gesteund en is altijd bij mij gebleven, hoe onaardig ik ook was. Soms verval ik in mijn oude patroon, maar dan staat hij aan mijn zij om me te corrigeren en mij te steunen. Samen komen wij er wel en staan we heel erg sterk.

Noot van de redactie

De namen van de betrokkenen en plaatsnamen in dit artikel zijn gefingeerd, om de privacy van de geïnterviewden en hun naasten te beschermen. In ons kwartaalblad Hyponieuws heeft het artikel met de originele namen van de betrokkenen gestaan.


© Nederlandse Hypofyse Stichting - Alle rechten voorbehouden

ANBI Keurmerk