Studie: Slaapproblemen na operatie NFA (artikel)

Printen

Uit: Hyponieuws – 2012

Tijdens zijn presentatie op de hypofysepatiëntenavond in het LUMC in 2012 berichtte Sjoerd Joustra (basisarts-onderzoeker) over de bevindingen van een studie die uitgevoerd is in het Leids Universitair Medisch Centrum tussen 2009 en 2011.

Een niet-hormoonproducerend gezwel van de hypofyse treedt meestal op middelbare leeftijd op en geeft bij de meeste patiënten klachten van hoofdpijn, problemen met de hormoonhuishouding en uitval van de zijkanten van het gezichtsveld. Die uitval wordt veroorzaakt doordat het gezwel vaak richting de oogzenuwen groeit en deze op den duur beklemt. Wanneer deze klachten optreden, wordt het gezwel meestal operatief verwijderd, waardoor de oogzenuwen vrij komen te liggen en de gezichtsvelddefecten meestal voor een aanzienlijk deel weer verdwijnen. Sommige patiënten houden na de operatie te lage hormoonspiegels, waarvoor zij substitutie nemen. Ondanks deze behandeling is de laatste jaren bekend geworden dat patiënten die een hypofyseoperatie hebben ondergaan een verminderde kwaliteit van leven houden na operatie en ook last hebben van slecht slapen en moeheid. Dit was de reden voor onderzoek naar slaap en het dag-nachtritme bij hypofysepatiënten.

De studie

In 17 patiënten die behandeld zijn voor een niet-functionerend hypofysegezwel, en in 17 gezonde vrijwilligers, is gekeken naar de kwaliteit van slaap door het meten van hersenactiviteit ’s nachts, en naar de ritmes van slapen en wakker zijn door het meten van bewegingsactiviteit, 7 dagen lang.

Resultaten

Patiënten waren gemiddeld ’s nachts meer wakker, sliepen oppervlakkiger, en hadden minder droom-slaap dan de controlegroep. Daarnaast zagen we dat het verschil in de hoeveelheid bewegingsactiviteit ’s nachts en overdag bij patiënten gemiddeld minder groot was dan bij gezonde mensen. Het verschil met gezonde vrijwilligers is het grootst in de ochtend.

Deze resultaten vertellen ons dat gemiddeld gezien de slaapkwaliteit en het slaap-waak ritme bij patiënten anders is dan bij gezonde mensen. Deze symptomen kunnen vele oorzaken hebben. Het kan zijn dat een veranderde werking van de hypothalamus een rol speelt. Deze ligt vlakbij de kruising van de oogzenuw en heeft een belangrijke functie in het bepalen van slaap- en waakritmiek.

Wat kunnen we hiermee?

Allereerst is het belangrijk dat endocrinologen weten dat klachten van moeheid en slecht slapen voor kunnen komen na behandeling voor een niet-functionerend hypofysegezwel. Dokters kunnen hun patiënten hierop voorbereiden en we hopen dat patiënten zich daardoor meer erkend voelen in hun klachten. Een belangrijke vervolgvraag is om beter te begrijpen hoe deze veranderde slaap tot stand komt, zodat gericht adviezen voor behandeling gegeven kunnen worden.

Tot slot

Het is erg belangrijk te vermelden dat de veranderingen in slaap die ik genoemd heb lang niet bij iedereen voorkomen. Ook zijn de veranderingen te gering om van een (slaap)stoornis te spreken. De resultaten van dit onderzoek zijn in 2011 gepubliceerd in een internationaal tijdschrift. Mijn doel en dat van onze afdeling is om in komende onderzoeken een definitieve oorzaak te vinden voor de vervelende klachten van sommige patiënten en de klachten middels gerichte behandeling te kunnen verbeteren. Echter, op basis van de resultaten van dit onderzoek kan momenteel helaas nog geen therapieadvies gegeven worden.

Sjoerd Joustra (basisarts-onderzoeker, LUMC). 


© Nederlandse Hypofyse Stichting - Alle rechten voorbehouden

ANBI Keurmerk