Therapie met pasireotide LAR (artikel)

Printen

Uit: Hyponieuws 1: 2020

Het Erasmus MC deed de afgelopen jaren onderzoek naar de behandeling met de nieuwe therapie pasireotide bij acromegaliepatiënten.  Onlangs ontdekten artsen dat pasireotide mogelijk de tumorcellen doodmaakt. Arts-onderzoeker Eva Coopmans was betrokken bij deze bevinding. In dit artikel praat ze je bij.

Acromegalie wordt meestal veroorzaakt door een goedaardige tumor in de hypofyse die te veel groeihormoon produceert. Het lichaam van een volwassene begint dan langzaam te groeien, niet in de lengte maar aan de uiteinden (voeten, neus, etc.). Daarnaast zijn overmatig zweten, moeheid en hoofdpijn veel voorkomende klachten bij patiënten met acromegalie en zijn de patiënten geassocieerd met een verlaagde kwaliteit van leven. Het doel van de behandeling van acromegalie is het normaliseren van het groeihormoon en van de aanmaak van een tweede hormoon, het zogenaamde IGF-1.

Nieuwe behandeloptie

Pasireotide LAR is recent geregistreerd voor de behandeling van acromegalie. Deze therapie heeft als voordeel dat het zich aan meerdere somatostatinereceptoren van de hypofyse kan binden. Daardoor is deze in staat de groeihormoonafgifte in de hypofyse te remmen. Recente onderzoeken tonen aan dat pasireotide LAR beter in staat is de IGF-I-bloedwaarden te verlagen dan de huidige somatostatine analogen (octreotide LAR en lanreotide Autosolution). Uit ons onderzoek in het Erasmus MC blijkt dat pasireotide LAR in combinatie met pegvisomant (een groeihormoonreceptorblokker) een klinisch relevant en langdurig effect heeft op de controle van acromegalie.

Effect op de tumor

Het Erasmus MC deed onlangs onderzoek naar voorspellers voor de werkzaamheid van pasireotide in acromegaliepatiënten die niet goed reageren op de huidige behandeling met somatostatine analogen. Uit ons onderzoek blijkt dat patiënten bij wie tijdens het gebruik van pasireotide de tumor substantieel afneemt in volume, dit met name de patiënten zijn waarbij het IGF-1-niveau weinig afneemt tijdens de behandeling met huidige somatostatine analogen. Bovendien lijkt de respons op pasireotide in de tumor niet hand in hand te gaan met een verlaging van de IGF-1-bloedwaarden. Dit is ongebruikelijk aangezien bij de huidige somatostatine analogen de afname van de tumor en het hormoon IGF-1 wel hand in hand gaan. Er lijkt dus iets bijzonders aan de hand te zijn met pasireotide en het effect op de tumor.

Gaan tumorcellen dood?

Maar het wordt nog interessanter. Geheel tegen onze verwachtingen in ontdekten we vervolgens dat de tumorcellen door de therapie met pasireotide mogelijk zodanig goed reageren dat ze dood lijken te gaan. Deze bevinding stelden we vast door MRI-beelden te bekijken van 47 patiënten die pasireotide hebben gebruikt. Op de beelden zien we dat de tumor tijdens het gebruik van pasireotide zogenaamd ‘witter’ lijkt te worden. Dit betekent dat de signaalintensiteit van de MRI-beelden veranderd is. Radiologen duiden deze plotselinge verhoging in intensiteit (lees: witter worden van de tumor) als een actief proces waarbij de tumorcellen mogelijk doodgaan.

Deze onverwachte bevinding hebben we gezien in veertien (30 procent) van de 47 patiënten. Bij acht patiënten bleek de signaalintensiteit zelfs in meer dan de helft van de tumor verhoogd te zijn. Als we deze veertien patiënten vergelijken met de rest van de patiënten die ook pasireotide LAR gebruikten, dan zien we dat de eerste groep ongeveer drie maanden na de start met pasireotide LAR een grotere verlaging in IGF-I- concentraties in het bloed laat zien. Daarom was het noodzakelijk bij twee van deze veertien patiënten de dosering van pasireotide LAR te verlagen.

Pasireotide therapie

Wat betekent dit voor jou

Een kanttekening is wel op zijn plaats: we begrijpen nog niet goed waarom pasireotide dit bijzondere effect op de tumor laat zien. Aanvullend onderzoek is dan ook nodig om de tumoreffecten van pasireotide LAR verder uit te werken. Op langere termijn zou een therapie met dit middel gebruikt kunnen worden om symptomen van acromegalie te verlichten of zelfs de ziekteactiviteit te verminderen. Tegelijkertijd moeten we ervoor waken dat pasireotide LAR niet ook het gezonde hypofyseweefsel aantast, al hebben we daar op dit moment geen aanwijzingen voor. Tenslotte moet je endocrinoloog in het geval van substantiële dood van de tumorcellen bekijken of de behandeling moet worden aangepast.

 

Bronnen:
De originele wetenschappelijk artikelen zijn te vinden op:


© Nederlandse Hypofyse Stichting - Alle rechten voorbehouden

ANBI Keurmerk