Preferentiebeleid en bijbetaling voor geneesmiddelen, hoe zit dat? (artikel)

Printen

Uit: Hyponieuws 2 – 2014

Wettelijk is vastgelegd dat een geneesmiddel (doorgaans) alleen voor een vergoeding in aanmerking komt als het is opgenomen in het GVS: het geneesmiddelenvergoedingssysteem.

Binnen het GVS worden geneesmiddelen in drie verschillende categorieën ingedeeld:

  1. geneesmiddelen waarvoor geen maximale vergoeding is vastgelegd;
  2. geneesmiddelen waarvoor wel een maximale vergoeding is vastgesteld, en
  3. geneesmiddelen waarbij vergoeding afhankelijk is van één of meerdere voorwaarden.

Preferentiebeleid

Geneesmiddelen in categorie 2 kunnen vallen onder het preferentiebeleid. Denk aan een geneesmiddel dat een bepaalde stof bevat, maar waarvan verschillende merken bij de apotheek beschikbaar zijn. Voor hypofysepatiënten is dat bijvoorbeeld schildklierhormoon, hydrocortison en mannelijk hormoon.

De vergoeding van geneesmiddelen in categorie 2 is gebaseerd op de gemiddelde prijs van die geneesmiddelen. Dit betekent vaak dat de kosten van de goedkoopste geneesmiddelen volledig zijn gedekt, maar de kosten van de duurdere geneesmiddelen niet. Voor die geneesmiddelen moet je dan bijbetalen.

Lijst van preferente geneesmiddelen

Binnen een groep van ‘onderling vervangbare geneesmiddelen’ kan de zorgverzekeraar een of meerdere geneesmiddelen als ‘preferent’ aanwijzen: geneesmiddelen die om bepaalde redenen (bijvoorbeeld de prijs) de voorkeur genieten. Deze geneesmiddelen komen dan voor een vergoeding in aanmerking. De geneesmiddelen die niet als preferent zijn aangewezen, worden vaak niet vergoed. De lijst van preferente geneesmiddelen kan regelmatig veranderen. Dit kan betekenen dat u op een gegeven moment van uw apotheek een ander merk geneesmiddel/een ander doosje meekrijgt dan u gewend bent. Als u twijfelt of de verandering van uw geneesmiddel medisch verantwoord is, kunt u het beste contact opnemen met uw behandelend arts.

Recht op vergoeding

Het kan voorkomen (zie kader) dat het niet verantwoord is dat u een ander merk geneesmiddel gebruikt, omdat u overgevoelig bent voor bepaalde stoffen of omdat de dosering die u nodig heeft niet beschikbaar is binnen het nieuwe merk. In zulke gevallen kunt u alsnog recht hebben op volledige vergoeding van een niet-preferent geneesmiddel. U kunt dit met uw apotheek bespreken.

Kijk op uw recept naar het symbool ® of m.n. (medische noodzaak)

Vaak geeft de behandeld arts op het recept aan of u een specifiek merk moet gebruiken door middel van het symbool: ®, of door middel van de afkorting: m.n. (medische noodzaak). Als u er in het gesprek met u apotheek niet uitkomt kunt u in een brief aan uw zorgverzekeraar aangeven waarom u het preferente geneesmiddel niet kunt gebruiken. Daarbij kunt u aangeven wat er gebeurt als u niet het voorschreven geneesmiddel kunt gebruiken (u voelt zich niet goed of kunt u niet meer werken) en kunt u vragen om alsnog een vergoeding te verlenen. Hierbij is het noodzakelijk om uw brief te onderbouwen met een verklaring van uw behandelend arts.

Helpdesk

Als u er ook met uw zorgverzekeraar niet uitkomt, of als u nog andere/aanvullende vragen heeft, kunt u contact opnemen met de Meldpunt Medicatie van de Nederlandse Hypofyse Stichting.

 


© Nederlandse Hypofyse Stichting - Alle rechten voorbehouden

ANBI Keurmerk