Zwangerschap en kinderwens: prolactinoom en zwangerschap (voordracht)

Printen

De workshop werd gegeven in 2004 door Dr. G. van de Berg, internist-endocrinoloog en Dr. A. Hoek, gynaecoloog.
Dr. van de Berg start met een uitleg van hormoonproductie. Er worden door de hypofyse diverse hormonen geproduceerd: door de hypofysevoorkwab o.a. prolactine en groeihormoon. De dopamine zorgt ervoor dat de prolactine productie wordt geremd. Dit zorgt vervolgens weer voor de productie van de hormonen FSH en LH.
Tijdens zwangerschap zorgt het oestrogeen voor een verhoogde prolactine productie, dit dient als voorbereiding op de borstvoeding. Vanwege de verhoging van prolactine producerende cellen en de natuurlijke vergroting van de hypofyse bij zwangerschap, zou dit een probleem op kunnen leveren bij zwangerschap, namelijk het drukken van het adenoom/hypofyse tegen de oogzenuw.
Behandeling van prolactinoom gebeurt in de regel met medicatie. Deze medicatie zorgt voor controle van het adenoom en zou de ovulatie moeten herstellen, zodat zwangerschap mogelijk is.
Belangrijk is wel, vanwege de natuurlijke groei van de hypofyse en de hogere productie van prolactine tijdens zwangerschap, het prolactinoom eerst goed wordt behandeld zodat deze het adenoom voldoende kleiner is geworden voor de zwangerschap. In geval van zwangerschap zal de medicatie bij voorkeur worden gestaakt.Tijdens de zwangerschap zal dan de controle nauwlettend moeten plaatsvinden. Eventueel kan medicatie worden hervat tijdens de zwangerschap.
In principe kan men borstvoeding geven met een prolactinoom, maar op dit moment moet men wachten met het hervatten van medicatie.
In geval van (onbehandelde) Ziekte van Cushing en acromegalie is zwangerschap zeldzaam en vaak gecompliceerd. Met Diabetes Insipidus in principe normale fertiliteit en zwangerschap.

Werking vrouwelijke hormonen 

Mevrouw Hoek gaat uitgebreid in op de werking van de vrouwelijke hormonen. Er schijnt vaak onduidelijkheid te zijn over de werking van de eileider en de eierstok. In de eierstok vindt productie van eicellen plaats en worden progesteron en oestrogeen aangemaakt. De eileider zorgt voor het transport van het eitje. De eierstok wordt aangestuurd door de hypothalamus. Deze stuurt de hypofyse weer aan waardoor productie plaatsvindt van FSH en LH, hierdoor worden eitjes geproduceerd. Niet actieve eicellen gaan groeien naar een nestje met een rijp eitje, dit gebeurt door het FHS (Follikel Stimulerend Hormoon). Dit sprongrijpe eiblaasje groeit vervolgens door het LH (Luteiniserend Hormoon), waarna het springt – de wand van het blaasje wordt dun en springt open. De eicel komt vrij en wordt door de eileider getransporteerd. Het blaasje wat over blijft (gele lichaampje) zorgt vervolgens voor de productie van progesteron. Progesteron en oestrogeen zorgen voor de opbouw van het implementatiemilieu voor de vrucht in de baarmoeder. De productie van oestrogeen zorgt in het algemeen bij vrouwen voor de ontwikkeling van de borsten en de vetverdeling.
In geval van hyperprolactinaemie heeft dit een aantal gevolgen:
  • de cyclus is gestoord – infrequente of afwezigheid van de menstruatie.
  • verminderde vruchtbaarheid – door verminderde kans op eisprong.
  • vagina droogheid – door minder aanmaak van oestrogeen wordt er geen of minder slijmvlies aangemaakt bij de baarmoedermond.
  • door minder productie van oestrogeen neemt de botmineraaldichtheid af.
  • er kan vochtverlies plaatsvinden uit de borsten.

Zwangerschapwens 

Is er geen zwangerschapswens bij een microprolactinoom, dan wordt dit doorgaans behandeld met medicatie. Let op, er kan wel een zwangerschap ontstaan, dus indien er geen zwangerschapwens bestaat zal men anti-conceptie moeten gebruiken. De pil is een mogelijkheid, maar de pil verhoogt de productie van oestrogeen, wat weer invloed kan hebben op de grootte van het adenoom. Geen voorkeur dus, maar indien deze wordt gebruikt, is een regelmatige controle van de prolactinespiegel gewenst.
Is er wel een zwangerschapswens bij een microprolactinoom, dan zal eerst behandeling plaatsvinden met medicatie om de hoogte van prolactine en de grote van het adenoom onder controle te houden. Na behandeling is er bij een microprolactinoom van 5-6 mm weinig risico tijdens de zwangerschap. Bij een iets groter microprolactinoom is dit risico iets meer aanwezig door natuurlijke groei van de hypofyse tijdens de zwangerschap (verdubbeld in volume) en het adenoom groeit. Klachten die kunnen optreden zijn hoofdpijn en gezichtsvelduitval.
Bij een macroprolactinoom is het risico op klachten groter. Voorbehandeling is bij een macroprolactinoom nodig, een zwangerschap moet pas worden nagestreefd nadat er een reductie is van het adenoom! Meestal zal de behandeling plaatsvinden met medicatie, maar bij onvoldoende effect kan chirurgie een optie zijn.

Onderzoeksgegevens 

Er is onderzoek gedaan naar eisprongen bij patiënten die bromocriptine gebruiken bij prolactinoom:
  • Prolactine is normaal bij 80%
  • Menstruatie normaal bij 84%
  • Eisprongen 82%
Ook is er onderzoek gedaan naar het gebruik van bromocriptine tijdens zwangerschap:
  • Kans op miskraam: 10% (is gelijk aan normaal)
  • Kans op vroeggeboorte: 12% (is gelijk aan normaal)
  • Kans op meerlingen: 2% (is niet veel hoger dan normaal)
  • Kans op aangeboren afwijkingen: 2-4% (is gelijk aan normaal)

Zwangerschap

In geval van zwangerschap wordt de medicatie gestaakt. Er moet goed gecontroleerd worden de prolactin spiegel en klachten van hoofdpijn en gezichtsvelduitval / visusklachten. Bij klachten en groei van het adenoom kan medicatie worden gegeven. Indien nodig kan er tijdens de zwangerschap een MRI worden gemaakt, dit onderzoek is veilig tijdens zwangerschap. Borstvoeding is mogelijk, maar niet indien de medicatie wordt hervat (dan komt de borstvoeding niet op gang).

Uitval van hypofyse of hypothalamus 

Uitval van de hypofyse, en dus uitval van FSH en LH, kan voorkomen na een operatie of bestraling i.v.m. de tumor, nabloeding t.h.v. de hypofyse, bij sarcoidose, Syndroom van Sheehan, of aangeboren. Soms is de oorzaak echter onbekend. In geval van uitval van de hypofyse ligt de eierstok stil door geen aanmaak van hormonen. Dit kan worden opgelost door toedienen van een injectie met FSH/LH. Dit wekt dan alsnog een eisprong op. Zwangerschapkansen zijn dan 15-20% per eisprong, wat iets lager is dan normaal (normaal is 25%). Risico is overstimulatie, dus te veel eiblaasjes en dus kans op meerlingen.
In geval van uitval van de hypothalamus kan men LHRH toedienen, waardoor de hypofyse gewoon zijn werk doet. Zwangerschapskansen ook hier is 15-20% per eisprong en de ervaring is dat 90% van de personen binnen 1 jaar zwanger is. Ook hier bestaat het risico van meerlingen.

© Nederlandse Hypofyse Stichting - Alle rechten voorbehouden

ANBI Keurmerk