Congenitaal hypopituïtarisme: diagnose en behandeling

Printen

Congenitaal Hypopituïtarisme (CHP) is een aangeboren hypofyseaandoening.

 

CHP: Diagnose

Bij jonge kinderen kan CHP in bepaalde gevallen worden opgespoord met een hielprik (als de hypothalamus-hypofyse-schildklieras niet goed werkt).

Als je ouder bent, maken de artsen gebruik van bloed- en MRI-onderzoek. Bloedonderzoek toont aan of de hormonale assen goed werken en MRI-onderzoek geeft een goed beeld van de hersenen en eventuele afwijkingen van de hypofyse.

CHP: Behandeling

Als je CHP hebt, maakt je lichaam bepaalde hormonen niet of in onvoldoende mate aan. Je vult deze hormonen met medicijnen aan. Dit noemen we hormoonsuppletie. Enkele soorten zijn:

  • Schildklierhormoon (levothyroxine): half uur voor het ontbijt innemen. Er bestaan verschillende doses van dit hormoon. De optimale afstemming is erg belangrijk en dien je te overleggen met je behandelend arts. Het schildklierhormoon zorgt voor de groei van je lijf en regelt de goede werking van de hersenen.
  • Bijnierschorshormoon (cortisol): het stresshormoon. In stresssituaties maakt je lichaam dit hormoon aan. De functie ervan is dat je lijf voldoende energie heeft en dat je bloeddruk en hartactie op peil blijven. Als je een tekort hebt aan dit hormoon kan een levensgevaarlijke situatie ontstaan, een Addisoncrisis.
  • Groeihormoon (somatotropine): dit hormoon heb je niet alleen nodig om te groeien, maar ook om de juiste verhouding tussen spieren en vet te regelen. De suppletie start als je groeicurve afbuigt en voor heel jonge kinderen zal dat aan het einde van hun eerste levensjaar zijn.
  • Geslachtshormonen (oestrogeen en testosteron): voor jongens is testosteron belangrijk voor de ontwikkeling van de penis en het indalen van de teeltballen. Op latere leeftijd zorgt dit hormoon voor onder meer een zwaardere stem, de ontwikkeling van de prostaat, baardgroei en de groei van de penis. Testosteron kan in de vorm van een gel, injecties en capsules worden gegeven. Bij meisjes speelt oestrogeen een rol in de ontwikkeling van de baarmoeder, vagina en borsten. Voor zowel jongens als meisjes start de behandeling met hormonen rond het twaalfde levensjaar.

Meer over hormoonuitval lees je in het hoofdstuk over panhypopituïtarisme.

De informatie is ontleend aan de website van de Cyberpoli


© Nederlandse Hypofyse Stichting - Alle rechten voorbehouden

ANBI Keurmerk