Covid-19 nestelt zich mogelijk makkelijker in vetweefsel bij overgewicht (artikel)

Printen

Uit: Hyponieuws 3 – 2020

Mensen met een hypofyseaandoening hebben sneller last van overgewicht. Een grote groep heeft zelfs obesitas. De redenen hiervoor zijn divers en afhankelijk van verschillende factoren. Internist-endocrinoloog prof. dr. Liesbeth van Rossum legt ons uit hoe dit zit.

Hypofyseaandoeningen zijn zeldzaam en de bijbehorende klachten soms aspecifiek, zoals vermoeidheid en gewichtstoename. Daardoor worden ze vaak pas laat ontdekt. Zolang er geen diagnose is, kan er ongemerkt (veel) uitval of overproductie van hormonen plaatsvinden. Zo krijgt het lichaam ook langere tijd de kans vetmassa op te bouwen. En eenmaal veel opgebouwd vet is erg lastig weer af te bouwen.

Uitval hormonen

‘Stel, iemand heeft een hypofysetumor’, schetst Van Rossum. ‘De tumor verdrukt het gezonde weefsel waardoor aansturende hormonen het niet meer goed doen. Als gevolg hiervan zijn de eindhormonen laag of vallen compleet uit. Uitval van een aantal van deze hormonen kan gewichtstoename veroorzaken, denk aan groeihormoon, schildklierhormoon of geslachtshormoon.’

Groeihormoon is niet alleen belangrijk voor de groei van kinderen, maar ook voor volwassenen: voor een gezonde lichaamssamenstelling en sterke botten. Het zorgt bij zowel kinderen als volwassenen voor spiermassa en spieropbouw en voor een goede balans met vet. Is er te weinig groeihormoon? Dan stapelt vet makkelijker en  vermindert de spiermassa, met als gevolg overgewicht.’

‘Ook verstoorde schildklieraansturing kan gewichtstoename veroorzaken. Een vertraagde schildklierwerking draagt onder andere bij aan verlaging van de verbranding en daardoor kan je gewicht toenemen. Verder maken mannen die kampen met uitval van aansturende hormonen van de geslachtshormonen meer vet aan en is de opbouw van spiermassa lastig. Dit komt doordat de hoeveelheid testosteron laag is. Testosteron zorgt onder andere voor sterke spieren en spieropbouw.’

Behalve bovengenoemde hormonen kunnen mensen met een hypofyseprobleem op meerdere vlakken hormonale veranderingen hebben. ‘Als zij langdurig niet behandeld worden, maken zij vaker meer vet aan en minder spiermassa. Het gevolg kan een toename in gewicht zijn en een hogere kans op obesitas’ vertelt Van Rossum.

Overproductie hormonen

Niet alleen uitval van hormonen kan overgewicht veroorzaken, maar ook overproductie van hypofysehormonen, zoals het ACTH. Als gevolg hiervan produceren de bijnieren extra veel cortisol – een belangrijk stresshormoon – zoals bij de ziekte van Cushing. ‘Door deze overproductie staat de cortisolaanmaak dag en nacht hoog aan en verkeert iemand lichamelijk gezien eigenlijk continu in een soort stresstoestand. Normaal is de aanmaak van cortisol hoog in de ochtend en laag in de avond. Een langdurig te hoog cortisol zorgt voor een hongergevoel, vooral snacktrek in suiker- en vetrijke voeding. Daarnaast veroorzaakt het een herverdeling van de vetmassa. Het stapelt buikvet terwijl spiermassa in de ledematen afneemt. Armen en benen worden dunner en in het gezicht neemt het volume toe. De overproductie van cortisol kan zo ook overgewicht veroorzaken.’

Craniofaryngeoom

Een craniofaryngeoom kan, vaak al op kinderleeftijd, de hypothalamus beschadigen. Hier wordt in je brein onder andere de eetlust gereguleerd. ‘Daardoor kan onverzadigbare honger optreden’, legt Van Rossum uit. ‘Honger en verzadiging is voornamelijk een onbewust proces. Honger wordt onder andere opgewekt door geur, door het zien van eten of door eraan te denken. Dit stimuleert de aanmaak van hongerhormonen. Voor een verzadigingsgevoel zijn darmhormonen en vethormonen leidend. Via bloed en zenuwbanen ontvangt de hypothalamus signalen die aangeven dat je vol zit. Heb je iets aan de hypothalamus? Dan werken deze mechanismen niet goed.’

Overprikkeling immuunsysteem

‘Naast biologische factoren zijn ook ongezonde leefstijl en omgevingsfactoren van invloed op het ontstaan van overgewicht. Mensen met een hypofyseaandoening voelen zich over het algemeen minder fit. Ze missen de energie om eropuit te gaan. Een gebrek aan beweging vergroot de kans op overgewicht. En heb je eenmaal ernstig overgewicht, een BMI boven 30, dan is het erg lastig om ervan af te komen.’ Ook al wordt de oorzaak van het overgewicht behandeld, zoals testosteron of de schildklier, dan nog heb je al buikvet ontwikkeld. ‘Heb je dat in grote mate? Dan raken de hormonen in het buikvet ook verstoord. Bij obesitas worden ontstekingsstoffen in het buikvet gemaakt die continu het immuunsysteem activeren. Een overprikkeld immuunsysteem kan het lichaam moeilijker beschermen tegen virussen en bacteriën.’

Vethormoon

‘Mensen met obesitas hebben veel vethormoon leptine’, vervolgt Van Rossum. Leptine is een graadmeter van de hoeveel vet in je lichaam. Normaal gesproken geldt: hoe meer leptine, hoe meer de eetlust wordt geremd en verbranding wordt gestimuleerd. Het lichaam geeft hiervoor een signaal af aan de hypothalamus, zoals direct na een maaltijd. Echter, bij mensen met obesitas is de leptinereceptor in de hypothalamus ongevoelig geworden. Daardoor wordt er heel veel leptine aangemaakt terwijl de receptor het niet doet. Het signaal werkt niet goed en hierdoor treedt minder snel verzadiging op en sluimert vaker een hongergevoel.’

Risico’s overgewicht op COVID-19

Mensen met COVID-19 én obesitas hebben vaker een ernstiger beloop van de ziekte. Hoe kan dat? ‘De overmaat aan leptine maakt dat obesitas ook chronische laaggradige ontstekingen veroorzaakt’, legt Van Rossum uit. ‘In het buikvet worden niet alleen hormonen, maar ook ontstekingsstofjes gemaakt. Die werken negatief voor je lichaam. Ze kunnen hart- en vaatziekten of diabetes type 2 in de hand werken en activeren chronisch het immuunsysteem. Zodra een virus of bacterie de kop opsteekt, raakt het overbelaste immuunsysteem nog meer belast. Gevolg is dat het virus zich makkelijker in het lichaam kan verspreiden.’

Maar dat is nog niet alles. ‘Mensen met obesitas hebben bovendien een minder goede antistofrespons dan mensen zonder obesitas’, vervolgt Van Rossum. ‘Dat heeft te maken met een ander deel van het immuunsysteem dat zich specifiek richt op bepaalde virussen en bacteriën door er antistoffen tegen te maken. Het heeft circa 4-7 dagen nodig om actief te worden. In die tijd heeft het virus extra kans zich goed te verspreiden. Heb je veel buikvet? Dan werkt dit deel van het immuunsysteem vaak ook minder goed. Dit zien we ook terug bij vaccinaties en tijdens de griepviruspandemie van 2009.’

‘Bovendien maakt COVID-19 gebruik van een receptor in het longweefsel om de cellen in te komen. Deze zogenaamde ACE2-receptor bevindt zich ook in vetweefsel. Hierdoor nestelt het virus zich mogelijk makkelijker in vet- weefsel en verspreidt het zich daar ook eenvoudiger. Bij sommige andere virussen is al bekend dat het vet als een soort van reservoir kan dienen.’ ‘Inmiddels weten we ook dat het coronavirus niet alleen een longontsteking kan veroorzaken, maar ook stollingsproblemen, waardoor trombose en longembolieën ontstaan. Trombose kan afsluitingen van de longbloedvaten veroorzaken, soms zelfs in de hersenvaten. Mensen met obesitas hebben vaker al een disbalans in stollingsfactoren. Mogelijk versterken deze processen elkaar, maar dat moet nog worden onderzocht.’

‘Dit alles plus de bijkomende obesitas-gerelateerde aandoeningen  (hoge bloedruk, diabetes, longziekten) maakt mensen met obesitas kwetsbaarder voor een ernstiger beloop van COVID-19’, aldus Van Rossum.

Goed nieuws

Deprimerend? Er is hoop! Recent onderzoek van Van Rossum en onder andere arts-onderzoekers Eline van der Valk en Isabel van der Zalm laat zien dat mensen met obesitas die deelnamen aan een gecombineerde leefstijlinterventie, na anderhalf jaar 5-6 procent waren afgevallen. ‘Dat lijkt mee te vallen qua gewichtsafname, maar naast allerlei verbeteringen op lichamelijk en psychisch gebied werd óók het verstoorde immuunsysteem weer gezonder. En met een gezond immuunsysteem ben je beter bestand tegen virussen en bacteriën.’

Een gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) wordt sinds 2019 vergoed via het basispakket. Elke huisarts of internist kan naar een GLI in de buurt verwijzen. ‘Je krijgt dan twee jaar lang begeleiding bij gezond eten, meer bewegen en met name ook gedragsverandering. De eet- en beweeggewoonten veranderen en slaaptekort en stress verminderen. De kracht zit in de gecombineerde aanpak. De leefstijl wordt aangepakt op een manier die levenslang vol te houden is.’

Maak je immuunsysteem gezond

Een crashdieet raadt Van Rossum af. ‘Daarmee is de kans groot dat je voedingsmiddelen mist en zo je lichaam tekort doet. Dat is slecht voor je immuunsysteem. Eet volgens de Schijf van Vijf en beweeg veel. Denk hierbij aan allerlei vormen van beweging om verbranding te stimuleren. Doorbreek het zitten, maak kleine en grote bewegingen, zonder overbelasting. Daardoor verminderen ook de ontstekingsstofjes in buikvet, die onder andere ook somberheid veroorzaken. Door beweging knapt je stemming weer op. Houd dus vast aan een gezond leefritme en maak het immuunsysteem weer gezond!’


© Nederlandse Hypofyse Stichting - Alle rechten voorbehouden

ANBI Keurmerk