Hypofyseaandoeningen en de overgang (artikel)

Printen

Uit: Hyponieuws 2 – 2014

Vanaf je 45e maak je als vrouw steeds minder oestrogeen aan, tot op een gegeven moment de eierstokken ermee stoppen. De meeste westerse vrouwen krijgen hun laatste menstruatie tussen hun veertigste en zestigste jaar. De gemiddelde leeftijd is 51 jaar.

Voor en na de laatste menstruatie is er een periode van enkele jaren waarin de hormonen een nieuw evenwicht zoeken. Deze periode wordt de overgang of menopauze genoemd. Meer dan 1,3 miljoen vrouwen in Nederland zitten in de overgang. De duur ervan is voor iedere vrouw verschillend. Ook de klachten, van haaruitval tot opvliegers en van pijnlijke gewrichten tot depressies, verschillen per persoon. De één heeft er nauwelijks last van, de ander kan nauwelijks functioneren.

Hoe zit dat bij vrouwen met een hypofyseaandoening?

Vrouwen met een hypofyseaandoening waarbij de hypofyse geen of onvoldoende geslachtshormonen meer produceert en de eierstokken dus niet meer worden aangestuurd, komen sneller in de overgang. Eigenlijk vanaf het moment dat de hormoonproductie extreem laag wordt of stopt. De klachten die normaal geleidelijk komen, kun je nu abrupt krijgen. Maar daar is wel één voordeel aan verbonden. De indruk van dr. Eline Stades van het UMC Utrecht is dat klachten bij vrouwen met uitval door een hypofyseaandoening minder erg zijn en minder lang duren dan bij vrouwen met een normaal functionerende hypofyse.

Voordelen van hormoontherapie

Vrouwen die door een hypofyseaandoening voor hun 50e levensjaar (abrupt) in de overgang komen krijgen hormoontherapie. Oestrogenen helpen aantoonbaar goed tegen opvliegers, transpiratieaanvallen, vaginale droogheid en in sommige gevallen het niet meer kunnen ophouden van de urine. Ditzelfde geldt voor klachten die ontstaan als gevolg van een gestoorde nachtrust (door de opvliegers), zoals moeheid, lusteloosheid, prikkelbaarheid, depressieve stemming en hartkloppingen. Daarnaast hebben oestrogenen een remmende werking op botafbraak.

Misverstand

‘Door de oestrogenen word ik dikker.’ Er is geen wetenschappelijk bewijs dat je van hormoontherapie dikker wordt.

Stoppen met hormonen

Na je 51e wordt in de meeste gevallen de oestrogeentoediening gestopt en kom je dus in de overgang. Vaak krijg je, als je met de oestrogenen stopt, even een terugslag. Je lichaam moet op zoek naar een nieuw evenwicht. Bouw ze daarom zeer langzaam af. Om uit te proberen hoe het voelt stop je bij voorkeur in de winter (in die periode is je lichaamstemperatuur lager). Test: Als in de loop van ongeveer een maand de opvliegers minder worden, red je het waarschijnlijk ook zonder de hormonen.

Dr. Stades: ‘Op zich zou afgebouwd kunnen worden met bijvoorbeeld oestrogeen en progestageen met een hele lage dosis E2, waarbij ook geen stopweek nodig is. In de praktijk wordt de pil meestal niet afgebouwd, omdat artsen weinig klachten terughoren van vrouwen die stoppen met de pil bij hypofyseuitval.’

Pas op!

Volgens dr. Stades is het van belang om na het stoppen van de pil extra bloedonderzoek te verrichten: ‘Oestrogenen zijn namelijk van invloed op de spiegel van het groeihormoon/IGF-1 en schildklierhormoon (FT4). Daardoor kunnen na het stoppen van oestrogeen de waardes van deze hormonen stijgen en klachten geven van transpireren, slecht slapen en onrust. Meestal moet de doseringen van groeihormoon en schildklierhormoon ook verlaagd worden na het stoppen van de pil.’

Ervaring van lotgenoten

Of je afhankelijk bent van hormoontherapie is afhankelijk van je aandoening (of je hypofyse je eierstokken nog aanstuurt). Hoe ‘overleven’ deze vrouwen de overgang?

Lotgenote (46 jaar): ‘Als ik nu een periode van twee weken geen oestrogenen slik, heb ik meteen last van opvliegers, nachtzweten en ben ik compleet uit balans. Het advies van mijn gynaecoloog is tot mijn 51e door te gaan met het slikken van oestrogenen (ik heb geen baarmoeder meer en hoef dus geen progestagenen te gebruiken) en dan zeer langzaam af te bouwen. Daarmee hoop ik de meeste overgangsklachten te voorkomen.’

Lotgenote (53 jaar): Nadat de tumor bij mijn hypofyse in 2001 was verwijderd ging ik automatisch in de overgang. Mijn hypofyse werkte immers niet meer. Tot twee jaar geleden heb ik de pil gebruikt. Ik voelde mij daar prima bij, maar de endocrinoloog vond dat het tijd was dat ik in de overgang ging en gaf mij oestrogeen en progestageen (tabletten in de laagst mogelijke dosis), om mij te laten wennen aan minder oestrogenen en progestagenen. In november vorig jaar wilde ik stoppen. De opvliegers enzo vielen wel mee, maar ik voelde me vreselijk depressief worden. Ik wilde zelfs dood. Het was niet te doen. Ik ben nu weer begonnen met de oestrogeen en progestageen, niet om die reden, maar omdat ik bestraald moet worden. De tumorresten hebben weer een tumor gevormd. Ik wil in deze moeilijke tijd geen depressieve gevoelens of opvliegers, als je opgesloten ligt in een masker dat zo ontzettend strak zit. Na de bestralingen zal ik toch weer moeten stoppen met oestrogeen en progestageen. Eerst kijken we of de bloedwaardes veranderd zijn van bijvoorbeeld groeihormoon en schildklier, omdat oestrogeen en progestageen daar invloed op hebben. Wellicht moet ik die medicijnen bijstellen en ga ik me dan hopelijk beter voelen.’

Lotgenote: ‘Ik gebruik de pil niet meer. Ik voel ik mij er niet goed bij, kom erg aan in gewicht, emotie is afgevlakt en ik voel me veel minder scherp. Mijn ervaring is juist dat ik betere waarden krijg van de groeihormonen als ik geen pil slik. Voel me ook veel beter, scherper, niet zo’n wattig gevoel in mijn hoofd. Je hebt zeker een lichamelijk reactie als je stopt, zoals nachtzweten enz., maar dat gaat weg na twee à drie maanden. Goed je levothyroxine in de gaten houden, prikken om de drie maanden, want dat heeft wel heel veel invloed als je de pil gebruikt. Ik gebruik nu veel minder levothyroxine.’

Lotgenote: ‘Overleg vooraf met je endocrinoloog. Mijn gynaecoloog had niet goed overlegd met de endocrinoloog en had gezegd dat ik kon stoppen. Ik bleef dezelfde hoeveelheid groeihormonen gebruiken en ik ben daardoor erg ziek geweest. Het groeihormoon moet aangepast worden als je stopt! Anders ga je jezelf vergiftigen. Gelukkig is het goed gekomen, maar het is wel een waarschuwing! Overleg dus niet alleen met de gynaecoloog maar vooral met de endocrinoloog.

Tip!

Lotgenote (56 jaar) die op de natuurlijke manier in de overgang is gekomen: ‘De huisarts heeft bij mij de ‘overgang’ vastgesteld: hoe weet ik niet. Ik ben tot m’n 54ste blijven menstrueren, toen stopte het, dus ja, dat was het gewoon – veronderstel ik! Opvliegers en zweetaanvallen heb ik al jaren, maar door homeopatische menopauze pillen  (waarvan ik er wel ECHT twee per dag moet nemen, anders krijg ik veel last!) houd ik dat zeer goed onder controle.’

Eten voor de overgang

In sommige voedingsmiddelen zitten stoffen die de overgangsklachten helpen verminderen. Hoewel je je af kunt vragen in welke hoeveelheden je dit alles moet eten om er werkelijk iets van te merken, zijn deze levensmiddelen over het algemeen gezond voor de mens. Dus ook voor de vrouwelijke menopauzale mens. Afkomstig uit Japan: fyto-oestrogenen. Dat vrouwen in Japan veel minder last van de overgang hebben dan hun westerse seksegenoten, zou komen doordat ze onder meer veel soja eten, dat fyto-oestrogenen bevat. Deze zouden de vrouwelijke oestrogenen aan kunnen vullen. Als je de hormonen zelf niet kunt of wilt aanvullen, kan het interessant zijn om hun werking na te bootsen. Dat kan met isoflavonen, die door bacteriën in de darm worden omgezet in stoffen die dezelfde werking hebben als oestrogenen. Er worden nog meer mooie eigenschappen aan deze stof toegeschreven. Het zou ook beschermen tegen borst- en baarmoederkanker, het cholesterolgehalte laag houden en botontkalking voorkomen. Te vinden in soja, linzen en kikkererwten. Wie veel last heeft van opvliegers, moet veel water drinken. Het helpt afvalstoffen uit ons lichaam af te voeren én het houdt de lichaamstemperatuur stabiel. Het is bekend dat vezels een grote zegen voor ons lichaam zijn. Ze stimuleren de spijsvertering en kunnen darmkanker helpen voorkomen. Ze zijn goed voor de lijn doordat ze sneller een vol gevoel geven. En nu blijken ze ook nog een gunstig effect op onze oestrogeenspiegel te hebben. Meer aanmoediging om meer vezels te gaan eten, lijkt overbodig. (Bron: Gezond idee, MUMC+)

En hoe zit het bij mannen?

Bij mannen begint de testosteronspiegel al na hun dertigste te dalen. Dat gaat zeer geleidelijk en met minder klachten gepaard dan de overgang voor de vrouw. Feit is in ieder geval dat een man van tachtig gemiddeld vijftig procent minder testosteron bezit dan voor z’n dertigste. Dr. Stades: ‘Bij een tekort aan testosteron treden erectiestoornissen, libidoverlies, emotionele labiliteit, verminderde baardgroei en botontkalking op. Bij mannelijke hypofysepatiënten kan (meestal door een goedaardige tumor in de hypofyse) het hypofyseweefsel zo beschadigd zijn, dat er onvoldoende of geen LH en FSH meer worden gemaakt. Het hormoon LH is betrokken bij de aanmaak van testosteron, het hormoon FSH bij de aanmaak van zaadcellen. In principe wordt testosteron voorgeschreven wanneer er een tekort is. De dosis wordt afgestemd op de klachten en de normaalwaarden die passen bij de leeftijd. In de loop der jaren wordt de dosis naar beneden bijgesteld.


© Nederlandse Hypofyse Stichting - Alle rechten voorbehouden

ANBI Keurmerk